De Europese Unie (EU) was de eerste die beperkingen oplegde aan dierproeven voor cosmetica, waarbij werd geëist dat alle cosmetica dierproefvrij zijn. De EU-regelgeving heeft als basis gediend voor andere overheidsverboden wereldwijd. Wij volgen de conventies van de EU en andere overheidsverboden met betrekking tot dierproeven voor cosmetica. De materialen die wij gebruiken, kunnen ook onderworpen zijn aan regelgeving buiten de cosmetica-industrie. Af en toe vereisen deze wetten en regelgevingen het testen van materialen buiten de cosmetica-categorie.
Wij gebruiken twee parallelle benaderingen om dierproeven te vermijden: De eerste is het verminderen van het aantal vereiste veiligheidstests door gebruik te maken van eerder ontwikkelde kennis als basis voor onze veiligheidsevaluatie. We vermijden repetitieve tests wanneer er al voldoende historische gegevens beschikbaar zijn om de uitkomst te kennen zonder de test.
Als de bestaande kennis niet voldoende is, geloven we in het gebruik van alternatieve niet-dierlijke methoden. Naar onze mening moeten alternatieve methoden officiële testmethoden zijn die wereldwijd kunnen worden gebruikt. Sinds de jaren 80 werkt ons moederbedrijf Kao actief samen met industrieassociaties en relevante derde partijen om robuuste alternatieven voor dierproeven te vinden, die met succes zijn aangenomen als internationale richtlijnen. Om de veiligheidstests in het algemeen te verminderen, maken we gebruik van gerichte toepassing van bestaande gegevens en industriële kennis bij de evaluatie van de veiligheid van nieuwe producten. We presenteren en publiceren regelmatig ons werk en werken voortdurend samen met anderen om onze kennis te delen en opwindende nieuwe wetenschap toe te passen om de veiligheid van producten te waarborgen.
Belangrijke mijlpalen op onze reis om dierproeven echt tot het verleden te laten behoren:
Ontwikkeling en globalisering van alternatieve testmethoden
- De alternatieve testmethode "h-CLAT", die zich richt op de werking van immuuncellen in de huid, werd ontwikkeld door een samenwerking tussen Kao en Shiseido Company Limited. Het gezamenlijke onderzoek naar alternatieve methoden voor huidgevoeligheid begon in januari 2003 en leidde succesvol tot de ontwikkeling van de gedetailleerde testmethode, die in 2015 werd aangenomen als een wereldwijde standaardrichtlijn (OECD Test Richtlijn No.442E). En omdat we geloven in het delen van wat goed is voor de samenleving, kan de procedure door elk bedrijf worden uitgevoerd.
- Om de bruikbaarheid van huidgevoeligheidsmetingen verder te verbeteren, ontwikkelden we een systeem om de "potentie-categorisatie" te evalueren – hoe sterk of zwak is het potentieel dat een materiaal gevoeligheid veroorzaakt bij herhaalde blootstelling. De "Integrated Testing Strategy" (ITS) werd in 2021 aangenomen als wereldwijde standaardrichtlijn (OECD Richtlijn No.497) als de eerste wereldwijde standaardbenadering voor het evalueren van de potentie-categorisatie.
- Kao ontwikkelde de nieuwe testmethode "EpiSensA", een alternatieve testmethode voor de volgende generatie die gebruikmaakt van een kunstmatig huidmodel. Dit model heeft een structuur die vergelijkbaar is met die van de menselijke huid. "EpiSensA" heeft een grote toepasbaarheid en voorspelbaarheid, daarom voeren we momenteel internationale samenwerkingsonderzoeken uit gericht op de acceptatie ervan als een wereldwijde standaard.
- Kao ontwikkelde een nieuwe alternatieve testmethode voor oogirritatie op basis van "Short Time Exposure" (STE) tests die gebruikmaken van gekweekte cellen. In juli 2016 werd deze test aangenomen als een wereldwijde standaardrichtlijn (OECD Test Richtlijn No.491).
De veiligheid van onze producten is een van onze hoogste prioriteiten. We gebruiken de modernste evaluatiemethoden om het hoogste niveau van veiligheid van onze grondstoffen en producten te waarborgen. Een voordeel van deze methoden is dat het totale aantal veiligheidstests kan worden verminderd.
- In de vorige eeuw waren er geen alternatieven zonder dieren. Om veiligheid te garanderen, waren er tijden dat dierproeven de enige alternatieve optie waren. Hoewel het beter zou zijn geweest als de testen vermeden konden worden, zou het onverantwoord zijn om de resultaten te negeren. De historische gegevens uit de cosmetica- en andere industrieën zijn nog steeds geldig en kunnen worden toegepast om de veiligheid van nieuwe materialen te begrijpen zonder nieuwe tests uit te voeren, inclusief die met alternatieve methoden.
- Computer modellering is een krachtig hulpmiddel voor veiligheidsevaluatie. Door gebruik te maken van de atomische structuur van een chemische stof en decennia aan toxicologische gegevens, kunnen we een in silico-beoordeling uitvoeren die waarschuwingen kan geven voor mogelijke gevaren zoals allergieën of kankerverwekkende activiteit. Computermodellen zijn relatief goedkoop en gemakkelijk te gebruiken voor onze toxicologen en bieden een extra laag informatie over de veiligheid van al onze productingrediënten.
- We gebruiken ook de methode van de toxologische drempelwaarde (TTC). Deze methode is vooral nuttig bij het evalueren van de veiligheid van geuren en andere botanische ingrediënten. TTC stelt een blootstellingsniveau of drempel in, waarbij er geen merkbaar risico voor de menselijke gezondheid is. Een typische drempelwaarde is het equivalent van één druppel van een chemische stof in een volledig zwembad. Je kunt hier meer lezen: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31415786/
Onze wetenschappers blijven nieuwe niet-dierlijke methoden en technologieën ontwikkelen en hard werken aan de wereldwijde afschaffing van dierproeven.